Matthijs: “De kloof tussen overheid en burger kleiner maken is mijn drijfveer.”
Van communicatieadviseur naar medewerker Ruimtelijke Ordening: Matthijs maakte de overstap. Hij werkte eerder binnen het communicatiewerkveld bij een andere gemeente, maar wilde graag vakinhoudelijk in op de fysieke leefomgeving van inwoners. Met het startersprogramma ‘Ontdek het Ruimtelijk Domein’ kreeg hij deze mooie kans bij gemeente West Betuwe. “Ik heb het erg naar mijn zin in gemeenteland”, vertelt Matthijs. Ook als kersverse ouder weet hij zijn werk-privé balans goed in te richten.
De overheid naast de mensen
Het werken bij de lokale overheid vindt Matthijs ontzettend waardevol. Vooral omdat hij graag een bijdrage levert aan de lokale democratie en samenleving. “Dat kan zeker bij de gemeente. Hier sta ik dichtbij de mensen. Dat is kwetsbaar en ook nog eens verantwoordelijk werk. We gaan als lokale overheid over elk stukje straat waar een inwoner doorheen loopt. Inwoners hebben door ervaringen in het verleden wel eens weinig vertrouwen in de overheid. De kloof tussen overheid en burger kleiner maken is mijn drijfveer. Op lange termijn wil ik dat de overheid naast de mensen staat en blijft staan. Met deze visie ben ik aan de slag gegaan bij de gemeente West Betuwe.”
De samenleving helpen
Wat Matthijs het leukst vindt aan zijn werk? Als hij een ander echt kan helpen. “Het helpen van inwoners, de raad, een collega of zelfs breder: de samenleving, daar krijg ik echt energie van. Dat kan groots, zoals helpen met woningbouwinitiatieven, maar zeker ook in het klein. Momenteel houd ik me voornamelijk bezig met het mogelijk maken van microwoningen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ouders die een microwoning in hun tuin willen plaatsen voor hun kind.”
Matthijs heeft al mooie stappen gemaakt. Hij heeft zaken opgepakt op een vernieuwende wijze. “Als team wilden we de raad informeren over alle woningbouwinitiatieven in de gemeente en de voortgang ervan. Meestal wordt de voortgang van iets beschreven in een brief, een raadsinformatienota. Ik heb een levensgrote kaart gemaakt met alle initiatieven erop. Die hebben we met het team gepresenteerd aan de gemeenteraad, wat goed in de smaak viel!”
Kennis delen met elkaar
Mede door de opleidingsdagen van het startersprogramma heeft Matthijs goed contact met de andere starters. “We kunnen veel met elkaar delen. Als ik een vraag heb, kan ik daarmee altijd terecht bij iemand die zoiets al eens eerder heeft meegemaakt. Zo delen we tips met elkaar. Er komen snel gesprekken op gang tijdens de opleidingsdagen en ook tijdens borrels. Hier leer je van en zo kun je de ervaringen van anderen gebruiken op de werkvloer,” vertelt hij.
Werk-privé balans
Kortgeleden gebeurde er ook nog iets heel bijzonders in het privéleven van Matthijs. Hij is namelijk vader geworden van zijn dochter Yenthe: “Het vaderschap is gewoon een extra baan tijdens privétijd. Dat is pittig, maar wel heel leuk. Yenthe gaat 3 dagen per week naar de kinderopvang, zodat mijn vrouw en ik die tijd kunnen werken. Ik werk 32 uur, verdeeld over 4,5 werkdag. Dat betekent dat ik aan het eind van de dag iets eerder naar huis kan en daardoor weer op tijd bij de kinderopvang sta.
Arbeidsvoorwaarden
“In de CAO Gemeenten is extra ouderschapsverlof geregeld. Sinds dit jaar heb ik een dag ouderschapsverlof, wat me iets meer tijd geeft om mijn dochter op te zien groeien”, vertelt Matthijs. “Als starter denk ik er niet veel over na, maar de pensioensregeling voor ambtenaren is ook erg goed. Daarnaast geeft het IKB-budget veel keuzevrijheid hoe je dit inzet: bijvoorbeeld door het uit te laten betalen, een fiets van aanschaffen of extra verlofdagen van kopen. Daarnaast denkt mijn werkgever goed mee over mijn ontwikkeling. Ik mag naast het startersprogramma dit jaar twee cursussen volgen. De kennis die ik bij de cursussen op doe kan ik meteen gebruiken op de werkvloer.”
Matthijs sluit af: “Ik ervaar het werken bij de gemeente als kersverse ouder als erg leuk en waardevol. Leuk, omdat bijvoorbeeld Sinterklaas op het werk (voor de kinderen van collega’s) erg leuk was. Waardevol, omdat het werk voor de samenleving ook gaat over de toekomst: kan de volgende generatie, zoals mijn dochter, over 20 jaar bijvoorbeeld aan woonruimte komen?”